Grenspalen Zuid 351 - 369

Grenspalen Zuid 351 - 369

Meest Westelijke punt van Nederland

Het meest Westelijke punt van Nederland vinden we aan de Belgische grens bij Sint Anna ter Muiden, bij Sluis in Zeeland. De plaats wordt aangeduid door grenspaal 360.


Januari 2022 bezochten we deze plaats.

Meest westelijke punt van Nederland

Grenspalen Zuid 351 - 369

Grenspalen Zuid 351 - 369

De drieling

van Retranchement

In 1604, tijdens het eerste deel van de Tachtigjarige Oorlog, veroverde prins Maurits het land van Cadzand. Een poging het Zwin over te steken mislukte want de Spanjaarden hadden daar versterkingen aangelegd. O.a.  fort St. Joris in het Hazegras, tegenover Terhofstede. Nadat Sluis was veroverd kreeg Maurits toestemming van de Staten-Generaal deze stad te versterken en ook enkele forten in de omgeving opterichten.

Er lag al een schans bij Terhofstede en waarschijnlijk zijn er toen schansen opgericht op de plaats waar in 1621 de forten Nassau en Oranje met het Retranchement zouden komen.
In 1609 kwam het tot een bestand voor de tijd van 12 jaar. Volgens artikel 29 van dat bestand mochten in die periode geen forten worden aangelegd.

Op de kaarten die hiervoor werden gemaakt door Bollaert is de grenslijn wel aangesloten op het Zwin, maar niet getekend in het vaarwater.


In 1715 moesten de
landmeters Verplanke en Lootyns een kaart tekenen van de grenssituatie in het Zwin. Omdat daar een scheepje was vergaan moest duideiijk worden welke Staat de berging behoorde te regelen. Later werd door Hattinga deze kaart gekopieerd. De grenslijn is daar duidelijk aangegeven met de letters E in het midden van de vaargeul.

Bij de komst van de Fransen en de inlijving van Staats-Vlaanderen bij het Verdrag van Den Haag op 16 mei 1795, verdween de landsgrens uit het Zwin en werd aanvankelijk door de Westerschelde gelegd.


Na de afsluiting van dit tijdperk brak op 31 mei 1815 de periode van het Verenigd Koninkrijk aan. Pas na de afscheiding van Belgie, officieel bezegelt bij de Vrede van Londen op 19 april 1839, werd de as van het Zwin weer een rijksgrens. In het vredesverdrag was besloten dat een commissie van Nederlandse en Belgische functionarissen de grens nauwkeurig zou beschrijven en dat gebeurde in het Traktaat van Maastricht van 8 augustus 1843. De beschreven grens werd in het veld aangeduid door gietijzeren grenspalen en arduinen hulpstenen. De eerste paal stond bij Vaals en met de laatste,nummer 365, sloot de grenslijn aan op het Zwin. Verder lag de grens door de dalweg van het Zwin, dat is de middellijn van de vaargeul.

De drieling van Retranchement

Dit werd vastgelegd in een overeenkomst van de Nederlandse en Belgische commissarissen, gesloten te Sluis op 15 maart 1869. Daarin werd gemeld dat de nieuw geconstrueerde grenslijn "geene andere is dan de Thalweg van het Zwin, die door de toenemende verlanding van dien zeearm onherkenbaar geworden is".
En voor dit stelsel van rechte lijnen had geen der partijen grondgebied van enige omvang gewonnen of verloren.

Op de plaatsen waar grenspalen waren geprojecteerd werden voorlopig houten palen gezet. Pas toen de overeenkomst was goedgekeurd bij wet van 15 juli 1869, konden de gietijzerengrenspalen worden geplaatst. Daar was enige tijd mee gemoeid, ook al omdat de inpoldering pas klaar zou zijn in 1873.

Toch kon op 30 maart 1879 in Retranchement proces-verbaal worden opgemaakt van de grenspalen tot en met 369.

Het duurde tot 1621 voordat de schansen konden worden versterkt tot fortificaties die het Zwin zouden beheersen.

Dit Zwin was in het bestand een grenswater en dat zou zo blijven. Toen 1648 de Vrede van Munster werd gesloten werd in het derde artikel geregeld dat de grenzen door een gemengde commissie zouden worden vastgesteld. Het duurde vrij lang, tot 20 september 1664, voor de grenzen van Vlaanderen werden beschreven. En daar is in het eerste artikel al telezen dat de grens zou lopen door "de riviere genaemt het Zwin van het noorde ofte uyt de zee oploopende nae het zuyden".

Bij het Barrieretraktaat van 15 november 1715 en bij de correctie daarvan op 22 december 1718 kwam de grens verder naar het zuidwesten te liggen. Pas na het conflict met de Oostenrijkse keizer Jozef II kwam de grens weer op zijn oude plaats, dus door het Zwin. Dat werd geregeld in het Verdrag van Fontainebleau van 8 november 1785.

Na de indijking van de Zwinpolder in 1864 ontstonden er plannen tot verdere indijking van de schorren die de latere Willem Leopoldpolder zouden vormen. Men kon nu niet meer volstaan met de aanduiding van de dalweg, maar er lag nu het probleem een grens te beschrijven die zo dicht mogelijk de gebogen lijn van de dalweg zou benaderen. Daarvoor werd een aantal vaste punten genomen. Dat waren:

- de richting door de bestaande palen 361 en 362, naar
   363;
- de richting van paal 362 naar het centrum van de schuur
   van Brevet (nu deZwin hoeve);
- de richting van de torens van Retranchement en
   Aardenburg;
- de richting naar de toren van St. Anna ter Muiden;
- de richting over de kruin van een dijk van de
  Hazegraspolder;
verder een aantal afstanden, onder andere naar de zuidoosthoek van de sluiswachterswoning bij de uitwatering van Cadzand.

Drieling Retranchement

Foto bron: grenspalen.nl


Anno 23 loopt de grens nog steeds zoals ooit verbaliseerd, de grenspalen staan echter niet allen nog op hun oorspronkelijke plaats. Paal 369 is zo vaak beschadigd midden in het (zee)water, dat deze is verplaatst. Het Zwin had 2 palen aan gene zijde van het water, maar met de droog vallen hiervan, is er - exact in het midden van het voormalig Zwin, een derde grenspaal geplaatst.


Later - na 2010 - is het gebied Natura 2000-gebied Zwin
& Kievittepolder heringericht en uitgebreid met als doel de natuur in het Zwin zelf en in en rondom de Westerschelde te verbeteren. Grenspaal 365 kreeg een beter plekje en de natuur werd afgeschermd van de nieuw aangelegde fietspaden. Grenspaal 367 is nauwelijks nog toegankelijk.


De gemeente Knokke-Heist heeft plannen het gebied aan Belgische zijde vanaf 2023 te 'renoveren'.


Bron: medelingenblad Heemkundigekring West-Zeeuws-Vlaanderen. Juni 1991, 24e jaargang, nr. 86.

Grenspalen Zuid 351 - 369

Einde van een bijzondere wandeling

Zo zijn we dan aan het einde gekomen van een intrigerende, mooie en lange reis.


Het was een reis van zo'n 500 kilometer, langs 400 grenspalen en 440 tussenstenen.


Door prachtige dorpjes, langs pitoreske pleintjes en gezellige cafés.


Soms dwars door de natuur, kruipend onder prikkeldraad, stroomstootjes krijgend van schrikdraad, koeien ontwijkend, door moerasgebied, door de meest mooie natuurgebieden die we rijk zijn, soms aangelegd of heringedeeld, vaak geheel natuurlijk ontstaan.


Een reis buiten het broed- en zaaiseizoen, na de oogst en het meeste vee op stal.


Vaak over of net langs 'de Grensweg' misschien wel de langste weg in Nederland ;).

De Grensweg, het verhaal van wellicht de langste weg van Nederland

kaart:©Eef Berns©

Grenspalen Zuid 351 - 369

Een reis langs enorm veel lieve, mooie, gastvrije mensen, behulpzaam, aanwijzend en ons de mooie lokale verhalen van de grens, de grenskwesties en -grenshistorie vertellend, ons toelatend op hun privéterrein, rondleidend en noem maar op.


Een reis die mij enorm veel heeft gebracht. Ik noem niet enkel het historisch/geschiedkundig besef van waar Nederland vandaan komt, de topografische bijscholing die de reis me gaf, of de verrijkte blik op onze natuur,


maar zeker ook de vriendschap met leden van de grenspalengroep Nederland met wie ik soms individueel, soms in groepsverband en in andere wisselende samenstelling, de wandelingen mocht maken.


Dit alles met de eeuwige steun van Wilma, die niet enkel het merendeel van de kilometers meeliep, maar me ook 'mijn ding' liet doen en me enthousiasmeerde, soms zelfs aanspoorde nog even door te lopen.